Pel het uitje en snipper fijn. Pel de knoflook en snijd in plakjes.

Trek de stengels van de bleekselderij los, bewaar eventueel het middenstuk voor een soepje als het je teveel lijkt. Was de stelen, snijdt onder- en bovenkanten bij en trek eventuele draden er uit. Snijdt in gelijkmatige boogjes.

Was de quinoa in een fijnmazige zeef tot het water schoon is en doe in een pan met 2 volumedelen water, breng vast aan de kook. Voor quinoa geldt dat het ongeveer 3 x in volume toeneemt; je neemt 2 x het volumedeel vocht. (Dat is dus 2 kopjes water op 1 kopje quinoa, voor 300 g ongeveer 800 ml water). Zelf kook ik vaak liever met een beetje krap water en kijk op het laatst of er nog wat water bij moet, zo kookt de quinoa mooi droog. Kook de quinoa in ongeveer 12 min. gaar. Op een lage vlam, met een deksel op de pan. Proef – als de kooktijd om is- of de quinoa gaar is, kook zo nodig nog wat langer. De quinoa is gaar als de kiempjes van de korreltjes los laten, het lijkt net of er een kleine, witte ‘C’ om de korreltjes zit. Laat nog 5-10 min. nagaren met de deksel op de pan.

Verhit de olie en fruit de ui glazig. Voeg knoflook, oregano en bleekselderij toe en strooi er een beetje zout op. Bak een paar min. en blus met een ½ kopje witte wijn of water en voeg de suiker toe. Stoof met een deksel op de pan tot je het gaar genoeg vindt, ongeveer 10 min. Roer halverwege een keer. Snijd ondertussen de tomaatjes doormidden en laat de bonen uitlekken in een vergiet. Hak eventueel wat peterselie fijn. Warm bonen en tomaten nog een paar min. mee Strooi er wat peper over en eventueel wat gehakte peterselie. Serveer met de quinoa.

Gebakken chipolataworstjes smaken er erg lekker bij, kies biologisch!