Bereid de noedels volgens de gebruiksaanwijzing, spoel ze koud af en laat goed uitlekken in een vergiet. Kook de eieren zoals je ze lekker vindt, hard of halfhard… schrik ze onder de koude kraan en pel ze. Rooster in een klein koekenpannetje de sesamzaadjes tot ze wat kleuren en laat dan afkoelen op een bordje. Veeg de champignons schoon en snijd in plakjes. Pel ui en knoflook, snijd ui in partjes en hak de knoflook fijn. Was de bimi en bosui. Als de bimi erg lang is, kun je de steeltjes een stukje afsnijden, maar snijd het gewoon klein en eet het mee, het is allemaal eetbaar. Verwarm de olie in een wokpan en fruit ui en knoflook tot de ui glazig ziet. Voeg de ketjap, gembersiroop en citroensap toe, 200 ml water en de bimi. Kook de bimi beetgaar en snijd intussen de bosui fijn. Roer de noodles ook door de bimi en warm even door. Voeg de sesamolie toe en proef even! Strooi op het bord de bosui en sesamzaadjes er over en leg op elk bord één of twee ei-helften.