Eerst de bonenpuree: Snipper de kleine ui en de knoflook en fruit glazig, maar laat ze niet kleuren. Druk het halve bouillonblokje fijn en voeg de bonen toe, evenals de oregano en paprikapoeder. Laat het een beetje bakken, als het aanbakt voeg je een beetje vocht toe. Pureer dan alles in een blender of met een staafmixer. Breng de puree op smaak met het citroensap, peper en eventueel extra olijfolie. Houdt het warm, kamertemperatuur om te eten is prima.

Pel de grote uien, halveer ze en snijd in halve ringen. Verwarm een lepel boter in een koekenpan en bak op zacht vuur, onder geregeld omscheppen, de uien lekker zacht.

Spoel de witlof a af en snijd een klein plakje van de onderkant af. Verwijder eventuele lelijke blaadjes. Snijd de witlof in de lengte doormidden, dikke stronken mogen in kwarten. Snijd door de kern: dan blijven de blaadjes bij elkaar.  Smelt in liefst 2 koekenpannen elk een lepel boter, dit gerecht vraagt wat ruimte. Doe er ook een lepeltje suiker in. Schik de witlof in de pan met het snijvlak naar beneden. Bak de witlof op middelhoog vuur, maar let erop dat de boter niet verbrandt. Eventueel wat water toevoegen wanneer het te droog word en misschien even een deksel er op. Draai de lof halverwege om. Het heeft zo’n 15 min. nodig om te garen. Niet teveel aan rommelen, zodat de lof mooi heel blijft.

Intussen bak je de vis (ik gebruikte duurzaam gevangen koolvis uit de vriezer) gaar in wat boter.

Schep flink wat van de bonenpuree op een schaal en verdeel het tot een dikke laag. Verdeel daar de witlof en uien over en leg de vis erop. Garneer met een schijfje citroen.