Snijd de aan de onderkant van de kool de kern eruit, zodat je 8 grote bladeren los kan halen. Snijd met een scherp mes de hard nerf een klein stukje weg. Was de bladeren. Breng een ruime pan met water aan de kook met een snufje zout en blancheer de koolbladeren 2 min. Spoel ze daarna koud af en laat uitlekken in een vergiet. (De rest van de kool gebruik je niet voor dit recept, maar ik zou gewoon de rest van de kool in reepjes snijden en met wat olie en p&z zachtjes bakken in de pan, scheutje water erbij en gaar stoven en er dan bij eten.)
Pel de ui en knoflook en schil de gember. Hak de gember en knoflook fijn en snipper de ui.  Verwarm olie in een koekenpan en fruit de ui en knoflook glazig. Voeg gember, komijn en koriander toe en bak even mee. Draai dan het vuur uit. Meng het gehakt met het ui mengsel en voeg 1 ½ tl zout en peper naar smaak toe. Verdeel in 8 porties en maak er een beetje langwerpige kroketjes van. Leg nu telkens een koolblad op je werkblad, met de uitgesneden nerf aan de onderkant. Leg het gehaktkroketje in het midden, vouw de onderste flapjes er over, dan de zijkanten naar binnen en tot slot rol je ze op. Leg ze stuk voor stuk in een stoommandje en stoom ze boven heet water in 15 min. gaar. Intussen stoof je de andere kool.