Pel de ui en steek de kruidnagels in de ui. Strooi het meel in een pan en roer het door met een scheutje melk. Giet dan de rest van de melk erbij, de ui, het laurierblad, de peperkorrels, het takje tijm en 1 tl zout en verwarm langzaam. Laat 20-30 min. langzaam trekken. Pel de tenen knoflook en snijd in plakjes. Halveer de knolselderij, snijd in halve plekken en schil ze allemaal. Snijd de stukken knolselderij dan in reepjes en vervolgens in kleine blokjes. (Brunoise, heet dat). Giet en scheut olie in een ruime pan en bak hierin de knoflook tot hij licht kleurt. Doe dan de knolselderijblokjes erbij en bak zo’n 5 min., af en toe omscheppen. Was intussen de prei en snijd in ringetjes, het groen mag ook gewoon mee (of trek er een bouillon van, samen met de knolselderijschillen). Voeg de prei ook toe aan de knolselderij en laat een kleine 5 min. zweten met een deksel op de pan. Giet dan de hete melk door een zeef bij de groente, als je wilt doe je ook nog de ui erbij. Breng het geheel aan de kook en laat ongeveer 20 min. koken, met een deksel op de pan. Spoel intussen de bonen af in een zeef en laat uitlekken. Als de knolselderij gaar is, vis je de ui uit de soep en haal je de kruidnagels er uit. Snijd hem in stukken en doe hem terug in de soep, pureer tot een glad geheel. Verwarm de bonen in de soep en breng op smaak met nootmuskaat, p&z en wat citroensap. Rooster de noten in een koekenpannetje tot ze gaan geuren en hak ze dan grof. Strooi over elke kom soep een beetje noten bij het serveren. Garneer er de soep mee als je hem serveert. Geroosterde boterhammen met notenpasta smaken er goed bij.