Knolvenkel oftewel venkel, is een groente die heel veelzijdig is in haar bereiding. Je kan haar heel dun snijden en rauw in een salade stoppen. Of iets grover snijden en supersnel stomen of koken. Het lekkerst wordt venkel echter als je haar heel langzaam gaar laat worden. Dat kan in de pan, met bijvoorbeeld een blikje tomaatstukjes en een snuf oregano, of een paar tenen knoflook en een scheut pastis of witte wijn. Eerst even aanbakken in wat olie en dan op een heel laag pitje gaar laten sudderen, het liefst wel een uur!  Zelf stop ik tegenwoordig heel veel groente in de oven en dat maakt venkel echt superlekker! Juist dat wat langzame garen zorgt dat de groente nog wat beet houdt, vreemd genoeg. Het karwijzaad (ook bekend als kummel) past er wonderwel bij. Nu is  karwij ook familie van de venkel, het zijn allebei schermbloemigen, misschien komt het daar door.  Hou je niet van deze smaak of heb je het niet in huis kies, dan uit het Mediterrane schap voor rozemarijn, oregano of tijm.  Wij eten dit graag met vis of vlees, maar gebakken kidney- of zwarte bonen met ui en tomaat smaken er ook erg goed bij, of een lauwwarme linzen salade met tomaatjes! Ook lekker met aardappel- of pompoenpuree of pasta, om nog wat suggesties te doen.