Pel de uien, halveer ze en snijd ze in dunne halve ringen. Verwarm een koekenpan met een dikke bodem en bak de uien op heel lag vuur zacht in een scheutje olie, schep regelmatig even om. Maak de winterpeen schoon en snijd hem in zo dun mogelijke plakjes, ik deed dat in mijn keukenmachine. Zet de peen op met een kopje heet water met daarin opgelost een stukje bouillonblok. Kook tot je ze makkelijk in kan prikken, zo’n 10 min. Verwarm de oven voor op 200°C en leg het bladerdeeg uit om te ontdooien. De hoeveelheid peen en ui is voldoende voor 8 tot 10 flapjes. De uien kleuren nu al een beetje, doe er 2-3 el balsamicoazijn bij en een klein lepeltje suiker, een snufje zout en ruim gemalen zwarte peper. Giet de peen af en laat een beetje afkoelen. Kluts vast het eitje los in een kommetje. Snijd de kaas in kleine blokjes. Meng de uien met de peen en leg op elk bladerdeegplakje in de ene punt een klein schepje van dit mengsel. Verdeel de blokjes kaas over de groente. Bestrijk twee zijden van het deeg met een randje ei en vouw ze dicht, duw aan met een vork. Leg ze op een bakplaat (met een bakpapiertje eronder) en bestrijk de flapjes met ei. Strooi er wat sesamzaad over en bak ze in 20- 25 min. gaar en goudbruin.