Haal de tofu uit de verpakking en leg hem tussen twee borden of snijplanken met iets zwaars er boven op: zo druk je vocht er uit en kan je ze straks beter bakken. Maak eerst de palmkool schoon: ris het groen van de nerven en was het goed. Laat uitlekken en snijd in reepjes. Week de noedels maximaal 10 min in heet (maar niet kokend) water: ze moeten zacht worden maar nog wel wat bite hebben: straks gaan ze nog in de wok. Spoel ze met koud water en laat uitlekken als de tijd om is. Kook de palmkool 5 min voor met een bodem water in een ruime pan en laat daarna ook uitlekken in een vergiet. Pel ui en knoflook, snijd ui in dunne boogjes en hak de knoflook fijn. Maak de paprika schoon en snijd in blokjes. Roer 4 el heet water door de pindakaas in een kommetje en roer er de sojasaus, suiker en vissaus door. Snijd de tofu in blokjes. Verhit een ruime scheut olie in een wok en bak in twee gedeelten eerst de tofu tot ze licht kleurt. Schep uit de pan en bak dan de paprikablokjes en knoflook even aan. Voeg de uitgelekte palmkool en als je wilt de sambal toe en bak al omscheppend. Voeg de pad thai saus toe en daarna de noedels. Schep behoedzaam om. Voeg ook de tofu blokjes weer toe. Schep alles naar de buitenrand van de wok en bak roerei van 2 tot 3 eieren in het midden, telkens één tegelijk. Voeg het sap van ongeveer een halve citroen toe, schep voorzichtig om. Serveer met een partje citroen, wat tuinkers of koriander en wat grof gehakte pinda’s op elk bord.