Ciderappeltjes
11 oktober 2024
Zoals waarschijnlijk bekend, hebben we naast de tuinbouw in Katwijk ook een perceel in Lelystad. Daar staan oude ciderappelbomen. Cider is eigenlijk een soort appelbier. Wij prijzen ons rijk met Heineken, maar in ons omringende landen, met iets meer culinaire ambitie, is dat appelbier een serieuze drank. Onze voorganger in Lelystad had grootse plannen met een cider van een betere kwaliteit en heeft hiervoor speciale appelrassen bijeen gebracht. Wij hebben het landbouwbedrijf over genomen, weg uit De Randstad en genieten van de ruimte hier. Zodoende ben ik een aantal dagen per week in Katwijk. Natuurlijk best spannend en ook even wennen, maar nu voelt dat als een enorme luxe. Na 25+ jaar in de dynamiek van Kievit en de tuinbouw te hebben gestaan, voldoet nu een bijdrage van enkele dagen. En die andere dagen doe ik net alsof ik piepjong ben en doe dan tuinbouwbedrijf nummer twee van Kievit.
Op tuinbouwbedrijf nummer twee groeien weer andere producten. Voorlopig een prima aanvulling op de tuin in Katwijk. De ciderappels vormen meer een soort sfeervolle kampeerboomgaard dan dat het een belangrijke productie is. De ene boom hangt redelijk vol appels, de volgende is vooral alleen ‘boom’, zonder direct door middel van een rijke vruchtdracht bij te dragen aan het wereldheil. Je kan natuurlijk je afvragen of alles alleen maar productief moet zijn. Nou liever niet natuurlijk, maar een boom die een stevige ruimte inneemt op een vruchtbaar stuk land heeft natuurlijk wel wat uit te leggen als hij/zij geen appels geeft. Dat moet je als puber (hangjongere) ook. Je staat ergens te chillen en dan gelijk: ‘Wat moet dat daar’. Keiharde leeftijdsdiscriminatie natuurlijk, maar laten we niet wegdwalen van de boomgaard, waar dus ook eigenlijk gewoon ‘hangbomen’ te vinden zijn.
Enfin, bij matig productieve bomen hoort andere arbeid dan bij de normale productievelden, dat is meer vrijwilligerswerk. Ook op de normale productievelden is soms wel een pleidooi te houden voor wat vrijwilligerswerk zo nu en dan, want op de tuinbouw doen we heel wat extra’s voor het wereldheil waar je als bio-tuinder geen vergoeding voor krijgt. Niet getreurd, een groep blije vrienden kwam over om -net aan niet zingend- de appeloogst veilig te stellen. Iedereen blij, behalve de egel. Je weet niet wat er in z’n kopje omgaat, maar hij zag er wat stekelig uit. Ook was er ergens tussen de bomen een slaapplek voor waarschijnlijk een ree, die bij onze buren, bio-tuinderij De Stek, veel sla heeft weggehapt afgelopen seizoen. Je maakt wat mee in zo’n oude boomgaard. De egel, daar hebben we ruim omheen gemaaid, maar hij bleef toch wat prikkelbaar in zijn voorkomen. Overigens weet ik niet eens zeker of het wel een ‘hij’ was, je hebt van die ijverige biologen die meteen een dier bij zijn of haar nekvel pakken om met vaste hand en overtuigende deskundigheid het geslacht vast te stellen. Bij dieren is dat nog tamelijk zwart wit. Of dat wat had opgeleverd, behalve een noot bij een verder onderhoudend egel-verhaal bij een glas cider?
Wat ik dan nog wel een leuk biologie-weetje vind, is dat een egel een echt roofdier is. Als je een schedeltje ziet, dan zie je gemene knipkiezen, zoals je ook bij je hond of kat ziet. Het is een echte slakkeneter. Ja komen we nu mee, in het najaar! Had je dat maar in het voorjaar geweten, toen je tuin werd overgenomen door het glibberigste en slijmerigste leger ooit. Ik had in die tijd ook niet durven schrijven over ons exemplaar. De wanhoop was zo groot bij de tuinliefhebbers, dat je je egel eigenlijk niet onbewaakt kon laten rondlopen. Ze eten er wel 40 slakken per dag, een kostbaar bezit.
De egel lag overigens wel overdag te slapen en ja het is een nachtdier. Echter, je moet ook kritisch blijven, ligt dat beest niet in zijn egelbuikje onze appels te fermenteren? Berucht zijn de dronken elanden in het najaar. Het grootste hert van Europa zou eigenlijk geen alcohol nodig moeten hebben om overmoedig te worden en toch schijnt het te gebeuren. In Zuid Limburg liep ik tegen een jonge das aan, die blijmoedig rondliep bij een appelboom. Ik kon hem op pakweg 5 meter rustig benaderen en filmen. Het had er schijn van dat de appels ook in een dassenbuik een prima appelbier maken. Dassen zijn er volop in Zuid Limburg, maar ze zijn schuw, normaal zie je ze echt nooit!