Een kleine terugblik op 2020
15 juli 2020
Afgelopen periode is er iets bijzonders gebeurd. Allereerst was er natuurlijk een virus. En wat doen virussen, die gaan viraal. Nederland op slot, mensen immobiel. We werden bijna overspoeld door alle bestellingen en aanmeldingen. De logistieke krachtmeting was groot. De prijzen explodeerden, de verkrijgbaarheid van producten was nog nooit zo slecht, routes moesten worden uitgebreid, werkwijzen moesten worden aangepast en versterking moest worden gezocht. Het was hard werken, maar we hebben het gehouden.
Gelijktijdig begon ook het tweede tuinbouwjaar. Met een tamelijk rigide weersverdeling van nat/droog/koud/heet en heel veel wind. Als je een windmolen hebt, dan loop je nu rond met een grijns, dat kan niet anders. Voor ons was het afzien. Gigantisch grote oogsten, vaak onder lastige omstandigheden. Het was improviseren, vroeg opstaan, de beuk erin, maar ook daar hebben we het gehouden. Iets meer onkruid dan ons lief was, maar ook dat wordt nu keurig opgeruimd.De akkers worden momenteel strak getrokken. Het zomerreces past ook heel goed in onze vruchtwisseling. Een korte zomerbraak is over het algemeen heel gunstig voor ons aaltjesmanagement. Aaltjes klinkt als kleine paling, maar het is iets anders. Waar we zuinig moeten zijn op de paling, is het qua vrijlevende bodemaaltjes juist zorgen dat je controle houdt over een aantal populaties. Wil je helemaal interessante gesprekstof op de verjaardag van ome Cor: vooral het Noordelijk wortelknobbelaaltje en het wortelleasie-aaltje houden wij van Kievit strak in de smiezen. Vooral het knobbelaaltje krijgt flink op zijn falie door een korte zomerbraak, de wortelleasie trakteren wij op één van de grootste Afrikanen uit het Tagetes Patula-programma. Als je dit dus vertelt, dan moet je daarna zeggen ‘Je moet toch wat’. Dan kan Cor ‘Ja’ zeggen, eventueel zelfs ‘Ja toch, niet dan’. Dat werkt goed op een verjaardag. Vanwege deze zomerbraak is er nu wat minder eigen product.