Hindrik

02 februari 2024
Vorige week overleed mijn schoonvader, de vader van Geke. Behalve een geliefd familielid was hij vroeger eerst boer en daarna boswachter. Hij was betrokken bij de ontwikkeling van het Stroomdallandschap van de Drentse Aa, in Drenthe. In zijn werk en in zijn tijd stonden productie, landschap en natuur nog naast elkaar. En dat is wezenlijk anders dan in onze moderne tijd, waar we aan de lopende band juist in conflict raken met produceren en voortbestaan van landschap en de leefomgeving.
Ik heb jaren mogen luisteren naar alle verhalen en anekdotes waar hij er oneindig veel van paraat had. Verhalen uit de tijd dat ‘de boerderij’ nog ‘klopte’, in redelijke harmonie met alles.
Hindrik was, toen ik hem leerde kennen, al lang geen boer meer. Hij werd boswachter om wat meer in de wereld te staan en zijn leven niet alleen maar uit werk te laten bestaan. We zijn ons ervan bewust dat met zijn overlijden ook een stukje agrarische geschiedenis verdwijnt. Als je je toekomst wilt begrijpen, dan moet je je verleden eigenlijk ook een beetje kennen. En de geschiedenis van een land is ook vaak verweven met landbouw.
Koeien, als je ze nu hebt, dan moet je je bijna verdedigen. Er worden zoveel koeien op zulke kleine stukjes aarde gehouden, dat de impact op het milieu enorm is. Stikstof overschotten, methaanproductie, eiwittransporten van ver, dierenleed. Door de grote aantallen vee is de druk op het milieu groot geworden. Toch is dat niet altijd zo geweest. De koe is ook in de biologische landbouw lange tijd symbool geweest voor vruchtbaarheid, melk, mest, voorspoed.
Zo was het dus ook in de tijd dat Hindrik plotseling, op jonge leeftijd nog, in de jaren 50 van de vorige eeuw, de boerderij moest overnemen omdat zijn vader uitviel. Landoppervlakte en het aantal dieren waren in een harmonische verhouding. Dat had te maken met de schaalgrootte, maar ook hoe een boerenbedrijf nog meebewoog met natuur en landschap. Hindrik groeide op en werkte in het beekdallandschap in van de Drentsche Aa, nu één van Nederlands ‘ nationale landschappen’. Een mooi kleinschalig landschap met singels en hagen en meanderende beekjes. Je hebt daar ontzettend veel diversiteit in de percelen. Droge zandgronden, natte beekdalen, rijke gronden en arme gronden. Op een arme grond krijg je nog geen krop sla uit de grond.
De arme gronden, die waren van oudsher voor het vee. De koeien stonden in een weide. Niet van die grote vlaktes met dezelfde kleur groen maar levendige kleurtinten en vogels. Daar graasden de koeien en met de trekker ging Hendrik twee keer per dag melken. Dat gebeurde nog lange tijd met de hand. Hij had een band met de koeien. Hij wist welke je het beste het eerste kon melken om te voorkomen dat er ruzie ontstond. Koeien kunnen temperamentvolle dames zijn, dus je kan er beter wel rekening mee houden. Met de hand melken, jaar in jaar uit: Hindrik zijn handen zijn altijd in de melkstand blijven staan. Hij had verbluffend sterke handen, tot aan het einde van zijn leven.
Het aantal koeien dat je bezat, werd bepaald door hoeveel land je had, want het voer produceerde je zelf. Het melken met de hand was arbeidsintensief. Een gewone boer had dan ook 10 a 20 koeien, niet meer. En het varken? Daar had je er een of twee van in plaats van tienduizend. Die hadden een functie, namelijk de restjes opeten en dik worden. Als het varken werd geslacht, dan kreeg iedereen in het dorp zijn deel, om beurten werd er in het dorp geslacht.
Stap voor stap werd alles ontkoppeld. De melkmachine deed zijn intrede, percelen werden groot gemaakt, de hagen werden gerooid, natuur verjaagd. Grote volumes mest en kunstmest deden zijn intrede, krachtvoer van soja werd de standaard. De landbouw werd grootschalig, het landschap grootschalig, machines in plaats van mensen, de sociale cohesie verdween in het dorp. Heden ten dage treuren we om stikstofproblemen, om het verdwijnen van de natuur, het gebrek aan betekenis van ons werk, het vervreemden van je buren en ga zo maar door. Door alleen naar productievergroting te kijken, zijn we heel veel kwaliteiten verloren. Het verlies blijkt ook zelfs economisch, het stikstofprobleem is niet te betalen en er komt nog meer opruimwerk. Hindrik komt niet terug, zijn bijdrage is voltooid. Zijn landbouw ook niet. Het is wel goed om de geschiedenis te kennen om opnieuw na te denken over de toekomst. Leven en produceren met de natuur is heel goed mogelijk.