Gele biet voor groene mannetjes en kiemen voor bleke neuzen
03 februari 2023
Je zou maar marsmannetje zijn en proberen om te integreren op aarde en haar voedselbronnen leren kennen. In de zomer denkt hij; ‘Het kan niet op!’ en dat klopt: alles groeit en bloeit. In de herfst komt er nog meer bij, alle knollen en kolen rijpen af. Aan het einde van de herfst ziet het marsmannetje echter de velden aardig leeg geraken. Het is een groen mannetje, dus hij eet vooral planten. ‘Wandelen we nu met z’n allen naar het zuiden?’ Eigenlijk best slim gedacht van onze groene vriend, rekening houden met de hemellichamen en hij heeft gelijk. Dankzij de ingenieuze natuur is onze volksverhuizing niet nodig! Veel planten die wij eten zijn immers ‘twee-jarig’. Wat betekent dát nu weer? In hun jeugd vormen ze bladeren, een soort slimme zonnepanelen (zonder salderingsregeling!) en met die zonne-energie wordt een reserve aangelegd. Een dikke wortel, een knol, een kool. In de herfst of winter sterven de zonnepanelen af en de zonne-energie wordt dus opgeslagen in een soort plantaardige accu. En dat beste Kievitklant en Marsmannetje, is ons voedsel in de winter. De gele bietjes van deze week laten goed zien waarmee ze opgeladen zijn, pure zonne-energie uit de zomer! De zon laat zich zien als je de bietjes opensnijdt.
Kleurige kiempjes voor bleke neuzen
Ja, zoals de knollen en wortels slimme batterijen zijn voor de opslag van zonne-energie, zo hebben we nog een ander slim hapje om ons bleekneuzen door de donkere dagen heen te helpen. Dat is een oergezond mixje van diverse kleurige bonen, gekiemd door de ‘Peuleschil’. Zaden zijn een geduldige opslag van levenskracht. Een plant doet geweldig zijn best voor een paar kiemblaadjes. Dat is hard werken. Pas daarna komen de zogenaamde echte bladeren. ‘Zijn kiembladeren soms nepbladeren?‘, zul je je als prijsbewuste consument afvragen, want immers om ‘nep’ zit niemand verlegen. Hou je paarden nog even op stal, het komt allemaal goed. Die kiembladeren zijn niet nep, maar zijn anders van vorm, omdat dit als het ware het opengeklapte zaadje zelf is. Daarom zien ze er vaak ongeveer hetzelfde uit.
Enfin, uit een bijna doods zaadje, klappen dus, na aanraking van wat vocht en een zekere dosis warmte, twee dappere kiemblaadjes tevoorschijn. En daarna komen voorzichtig de eerste echte bladeren, waar je een plant makkelijker op kunt herkennen. Nog meer blaadjes volgen, nog groter, telkens vaak net iets anders van vorm, maar onmiskenbaar de soort. Dan vaak een stengel en dan weer een nieuwe vorm, de bloemknoppen. Je zou er met een bak popcorn naar kunnen kijken. En heel traag eten, want deze film haast zich langzaam.
De bloemknop zwelt, barst open en daar is de bloem! Die verleidt de insecten met kleur en vorm en hierdoor wordt de plant bevrucht. Langzaam vormen zich er een soort pitjes en die vormen zich na heel veel afrijpkracht en moeite uiteindelijk tot zaden! En daar zit dus al het nieuwe leven in.
Ja, deze zaden beste Kievit-klant, zijn dus weer een nieuw begin. Het leuke is dat dit lange verhaal tot een soort vitamine en mineralen bommen leidt in de zaden zelf. Natuurlijk, pitjes en zaden zijn al gezond, maar als deze dus opnieuw beginnen, ontkiemen met een beetje vocht, dan vindt er dus een nieuw wondertje plaats, een vitamine en mineralen explosie van jewelste! En hoe slim, dat kunnen wij dus consumeren in de winter. Ingenieuze mogelijkheden met gewone zaden.
Buiten ook voorzichtig wat kiempjes
Elk zaadje lijkt zijn eigen moment te hebben. Ondanks het feit dat het nu halverwege de winter is, kiemen er al zaadjes buiten. Lang nog niet van elke plant, want sommige blaadjes kunnen geen graadje vorst verdragen, dus waarom zou je kiemen? Toch zijn kleine plantjes soms juist verbazend hard. Anders dan bij gele kuikentjes die zich onder de grote kip verschuilen, zijn plantenkuikens vaak weer wat harder dan moederplant. ‘Plantenkuikens’, dat woord zie ik ChatJPT nog niet bedenken.