Wachten op..
22 februari 2024
Dit is de tijd van het jaar dat de spanning langzaam oploopt bij tuinders. Van winterslaap naar voorjaarsonrust. Je zou namelijk nu al kunnen zaaien. Peentjes bijvoorbeeld of radijs, peulen en binnenkort ook tuinbonen. Alleen, dan moet de natuur ons wel even een neerslagpauze gunnen. Naast zaaiwerk maken we ons ook op voor het eerste plantwerk, namelijk in de kas. In de kas kregen we er flink van langs, een rotmijt, ik kan geen ander woord verzinnen, vrat alle winterse gewassen op. Was het vorig jaar nog alleen de andijvie, deze winter werd alles onklaar gemaakt in Katwijk. Inmiddels hebben we ons aardig verweerd. Een biologisch middel tegen rotmijten, schoktherapie met vorst, zijn/haar eten afgepakt en lekker door elkaar geroerd.
Na dit kranige verweer, gaat het niet meer zo goed met onze mijt, over naar het gewone plantwerk dus in de kas. Paksoi, sla, prei, spinazie, andijvie en nog wat blij groen. Buiten is het ook wachten op het geschikte moment voor de aftrap van een nieuw seizoen. Tuinbonen planten zal de eerste activiteit zijn. Die worden in warm water gewekt en geweekt. ‘Kom maar kiempje, het is prachtig weer’. Als ik dat schrijf dan voel ik me bijna schuldig. Zo’n peul in rust is vol vertrouwen. En dan foppen wij hem met een warm bad, om hem vervolgens toch nog in de koude grond te stoppen. Gelukkig zijn ze voor geen kleintje vervaard, het zijn stoere bikkels die ferme planten vormen. Kom de bonen maar helpen plukken in de zomer, dan snap je nog beter waar ik het over heb.
Die kas, dat is ook voor ons een fijne start. Een beetje warmer dan buiten, beschermd tegen regen en wind. Misschien dat jij in de winter dobberend in een ijswak ontspannen de krant leest, ik ben uit een ander hout gesneden. Ik doe het goed met een beetje warmte. De grote truc is om eerst goed te bewegen als het koud is. Start met een goede kerntemperatuur en ga dan pas naar buiten. Desnoods even touwtje springen, bijvoorbeeld. Met het risico dat je daarna niet voor vol wordt aangezien, maar wel lekker warm. Want eenmaal warm, dan gaat het wel en dan heb je het magische gevoel de kou te hebben overwonnen. Dat is voor het ras Homo Centraleverwarmicus, waar wij inmiddels toe behoren, een waardevolle ervaring.
Pastinaak
Pastinaken, schorseneren, aardperen, dat zijn voor de wat meer onervaren groente-eters spannende soorten. Wat fijn dat er dan ook een bloemkool in het pakket zit, de veilige haven voor harten met groenteschrik. Toch staan wij van de firma Kievit juist óók voor die pastinaak. En jawel, óók voor de schorseneer. In mijn vroege jeugd wilde ik graag archeoloog worden, op zoek naar de oude steentijd. Neanderthalers of de vroege Homo Sapiens. Ik heb op diverse locaties veel vuurstenen werktuigen gevonden en vooral onder het oude spul vind je veel zogenaamde schrabbers. Vlakke stenen met een soort schaafrandje. ‘Dat is om huiden schoon te maken’ dat is wat je dan wordt bijgebracht. Maar een huid moet je eerst vangen en dat klopte niet met de vondsten. Op elke speer- of pijlpunt vond ik dertig schrabbers of meer, dat is dan niet zo logisch. Eerst de beer schieten met drie pijl- of speerpunten? Voordat je één huidje verkoopt of verschrabt. Dus logischer is dat die schrabbers werden gebruikt voor houtbewerking of misschien het eetbaar maken van wortelgewassen, schoonmaken en raspen. Jawel, jouw pastinaak is groot, sappig en ook nog gewassen, maar onze voorvaderen hadden iets meer uitdaging. Graven naar wilde wortels en knollen. Dat bleek later dus een belangrijk onderdeel van het rantsoen, eigenlijk veel logischer dan een broodje mammoet.
De wortelgewassen groeien overal, neem nou wilde pastinaak en wilde peen! Dus schudt de laatste Verwarmicusgenen van je lijf, maak een schrabber van vuursteen en ga het wild in voor jouw eigen pastinaak! Of doe de makkelijke route, maak je buurvrouw klant en ontvang drie kilo pastinaak gratis! (Deze actie na werving graag nog even benoemen, code PASTINAAK24).