Waarschijnlijk zie je het verschil wel met de rassen die je in de winter zag. Dat zijn de minder snelle jongens; zij groeiden langzaam en gestaag. Zit de Snelle van Shanghai nog een beetje los in zijn blad, zo vormen de late rassen een keiharde compacte kool. Je zou er een weidepaaltje mee het natte veen in kunnen slaan. Een beetje Kievit-klant doet dat natuurlijk gewoon met zijn blote vuisten en maakt iets lekkers van zijn Chinese kool. De rassen die zo langzaam groeien tot een stevige bewaarbare knots? Dat zal wel ‘Hongkong Hamer’ zijn! Chinese kool, of het nou de Hongkong Hamer of de Snelle van Shanghai betreft, is een bescheiden, maar geniale groente. Hij is er dus – dankzij de goede verdeling tussen snelle jongens en geduldige groeiers – zo ongeveer het hele seizoen, laat zich makkelijk bewaren in de koelkast en heeft geen grote mond. Immers, het is een kool met een tamelijk zachte en neutrale smaak.

Knapperig en makkelijk, ook in etappes

Even roerbakken met wat uitjes, paprika en champignons, of – ook erg lekker – heerlijk combineren met wat rul gehakt of cashewnoten. En een paar dagen later, een heerlijke knapperige salade met wat tomaat en rucola. Een goede tip is dat je Chinese kool makkelijk kan inzetten als troef. Nemen je kinderen onverwacht drie vriendjes mee die eindelijk wel een keer gezond willen eten? Geen paniek. Chinese kool is een prima groente om een andere groente mee aan te vullen. Of het nou venkel of paksoi of raapsteel is; wat fijngesneden Chinese kool erbij en je hebt grotere porties.