Maak 1 liter hete bouillon met de bouillonblokjes, los ze goed op. Week de zonnebloempitjes in een kopje warm water. Vul een pan met een laagje water en een kneepje citroensap. Vul de gootsteen met water en schil de schorseneren onder water (of gebruik handschoenen). Snij ze direct in kleine stukjes van ca. 1 cm en doe in de pan. Pel sjalot en knoflook en snipper de sjalot fijn. Verwarm olie in een pan met een dikke bodem. Verwarm een ruime scheut olie en fruit de sjalot glazig. Pers de knoflook boven de pan en roer even om. Voeg dan de rijst toe en bak en roer tot alle korrels glanzen. Blus met een scheut witte wijn en roer tot deze verdampt is. Voeg dan zoveel bouillon toe tot de rijst net onder staat en roer. Voeg ook de stukjes schorseneer toe. Voeg steeds, als het vocht bijna is droog gekookt, een soeplepel bouillon toe. De risotto moet in totaal 20-25 minuten zachtjes koken. Zet een wekker op 20 minuten. Laat de pitjes uitlekken in een zeef en verwarm een koekenpannetje. Rooster de pitjes tot ze wat kleuren en sprenkel er wat tamari over en een drupje olie. Laat afkoelen op een bordje. Ondertussen hou je dus ook de risotto in de gaten…  Was een toef peterselie en hak deze fijn. Rasp een stukje kaas. Wanneer de rijst zacht genoeg is, (na 20 min?), draai je het vuur uit. De rijst mag nog een beetje bite hebben en nog een beetje nat zijn.  Roer een lepel boter en de helft van de geraspte kaas er door. Doe een deksel op de pan en laat even staan. Serveer de risotto met de rest van de kaas, geroosterde pitjes, gehakte peterselie en een goede draai peper en eventueel wat extra vergine olijfolie.