Eigenlijk zijn dit twee recepten, ik geef ze na elkaar, maar het beste bereid je eerst alle groente voor (het snijwerk zeg maar) en dan doe je beide een beetje om en om. De saus heeft iets meer tijd nodig dan de knolselderij, de saus kun je echter warm houden, de knolselderij verpietert na een tijdje. Begin dus met de saus, schuif de knolselderij in de hete oven wanneer je zo ongeveer de wijn bij de saus gaat toevoegen, dan komt het aardig mooi uit.

Voor de saus:

Pel ui en knoflook en snipper beide fijn. Snijd het brood in kleine blokjes. Verwarm een scheutje olijfolie in een steelpan en laat al roerend de amandelen lichtbruin kleuren, blijf erbij, voor je het weet zijn ze verbrand. Schep ze uit de pan en doe wat nieuwe olie in de pan en bak ze kort even aan. Zet ook apart en doe dan de ui en knoflook in de pan (eventueel weer een lepel olie toevoegen. Bak de uien op laag vuur in 10 min. zacht, voeg een beetje zout toe. Stamp met een vijzel de noten grof en voeg ze met het brood toe aan de uien. Bak 3 min al omscheppend en voeg dan de witte wijn toe. Laat alle alcohol verdampen en los intussen in 300 ml water een half bouillonblokje op en voeg die ook toe aan de saus. Laat een kwartiertje pruttelen en maak er dan met een staafmixer een gladde saus van. Verdun met een beetje extra water als je hem te dik vindt en maak op smaak met p&z.

Bereiding van de knolselderij:

Verwarm de oven voor op 180°. Schil de knolselderij en snijd in plakken (of eerst in plakken en dan schillen, dat werkt ook goed), snijd daarna in grove of fijne , maar in elk geval gelijke blokken. Doe ze in een kom en bestrooi ze met de kruiden en het zout, sprenkel er olie over en hussel om. Spreid ze uit op een bakplaat en schuif in de oven. Na 15 min. keer je ze om en prik je even hoe gaar ze al zijn, misschien zijn ze al bijna goed!