Artisjokken met groene saus

Artisjokken zijn al heel lang één van onze favoriete groenten in huis. Het is niet meteen iets dat je doordeweeks zou eten als er ’s avonds nog een druk programma is, maar wel echt gezellig om samen te tafelen.  Artisjokken eet je lekker met je handen en het liefst ieder een bakje met ruim saus. Die sausje kun je variëren, op deze site vind je ook hier nog wat varianten, maar zorg in ieder geval dat je genoeg saus maakt én dat je echt goede olijfolie gebruikt, een mooie extra vierge olijfolie is hier echt de moeite waard. Wil je wijn drinken bij je artisjokken, laat je dan adviseren bij een echte wijnhandel, want dat komt precies.

Ingrediënten

  • liefst 1 artisjok per persoon
  • 1 citroen
  • 8-10 el extra vierge olijfolie
  • 2 handenvol verse kruiden (bv. peterselie en wat bieslook, basilicum is ook lekker)
  • 1 teentje knoflook
  • p&z

Bereidingstijd: 45 minuten

Ingrediënten voor: 4 personen

Bereiding

Was de artisjokken door ze even in water te laten staan. Draai de stengels af bij de bodem, zo trek je de vezeltjes eruit. Snijd ze eventueel bij, zodat ze kunnen staan. Verwijder lelijke bladeren, knip eventuele lelijke punten bij. Doe de artisjokken met water in de pan, liefst zó, dat ze onder staan. Doe er eventueel een schijfje citroen bij, zout is niet nodig. Kook ze in 20-40 min. gaar, als een blaadje makkelijk loslaat, zijn ze gaar. Haal ze uit de pan en laat ondersteboven uitlekken.

Maak de saus: pel het teentje knoflook en pers uit boven een kommetje. Doe er een snuf zout bij en 2 el citroensap. Roer om. Was de kruiden en hak ze zo fijn als je kunt. Meng ze door het citroensap. Roer er tot slot ruim olie door en maak op smaak met wat peper. Wil je de saus wat romiger: een fijngewreven gekookte eidooier geeft een prachtig zachte saus!

Dan het eten: Verdeel de saus over kleine bakjes (of dip gezellig samen) en zet op elk bord een artisjok. Een kom op tafel voor de afgegeten blaadjes is ook handig. Van de artisjok eet je 2 delen: de bloemblaadjes en het hart. Je trekt de blaadjes van onderaf één voor één uit de bloem en doopt de onderkant in de saus. Je schraapt met je tanden het zachte gedeelte van de onderkant. Zo ga je door tot alle blaadjes op zijn. Nu kom je bij de bloemkern: het hooi. Schraap het met een mesje van de bodem en gooi het weg. Geniet van de bodem met ‘t laatste beetje saus.