Schil de aardappels en snijd ze in gelijke stukken, doe ze in een grote pan, doe er water en een snuf zout bij en zet alvast op. Ris het bladgroen van de boerenkool van de nerven en was het grondig. Laat het uitlekken en hak het in stukken en doe in een pan met een bodem water en breng ook aan de kook. Pel ui en knoflook en hak beide fijn. Verwarm de olie in een pannetje en fruit ui en knoflook glazig. Hak een beetje peper fijn (Madame Jeanette? Neem echt een heel klein stukje!) en voeg toe aan de pan. Voeg suiker en azijn toe en roer even goed. Voeg dan de kruiden toe, bak even mee en druk de bouillontablet stuk tussen de ui. Giet er een klein beetje water bij en roer de pindakaas erdoor. Voeg de ketjap en kokosmelk toe en in beetjes nog wat water, tot je de dikte van de saus goed vindt. Proef of je er nog wat zoet, zout of zuur door wilt en houdt warm terwijl de stamppot maakt. Dat is simpel: Giet de aardappels en boerenkool af, bewaar wat van het aardappelkookvocht. Doe de boerenkool bij de aardappels, doe er een klont boter bij, een scheutje kookvocht, en wat nootmuskaat en peper en zout. Stamp alles tot een smeuïge puree.  Serveer met de satésaus, extra lekker met blokjes gebakken tofu of tempé.