Begin maar met het moeilijkste: de granaatappelpitjes. Het makkelijkst vind ik om de vrucht doormidden te snijden en dan boven een kom water telkens een stukje af te breken en de pitjes los te halen. De witte vliesjes moeten er tussen uit, maar die blijven drijven en de pitjes zinken. Dus met een zeef erbij ben je zo klaar.

Daarna is het makkelijk. Pel de ui en halveer hem. Snijd in heel dunne boogjes. Doe in een kom en strooi er een snuf zout op en pers de citroen erboven uit. Roer even door. Snijd de komkommer en feta in kleine blokjes. Meng de blokjes en de granaatappelpitjes met de ui. Sprenkel er de olijfolie over, de gehakte dille, eventueel wat gehakte munt en wat p&z. Hussel alles door elkaar en serveer.